Specifieke toolboxen n.a.v. een incident en SOS melding
 >  Veilig uitstappen kraanmachinist op steile hellingen
Introductie

Bij Dura Vermeer Infra Milieu streven we naar een veilige werkomgeving voor al onze medewerkers. Werken op steile hellingen of instabiele terreinen brengt risico's met zich mee, vooral wanneer kraanmachinisten hun cabine moeten verlaten. Deze toolbox is bedoeld om het bewustzijn rondom deze risico's te vergroten en om iedereen te voorzien van concrete richtlijnen om veilig te werken.

Situatieschets

Stel je voor: een kraanmachinist voert werkzaamheden uit op een steile helling. Hij besluit de cabine te verlaten om een inspectie uit te voeren of materiaal te controleren. De ondergrond is echter instabiel, of de kraan staat niet volledig stil op een veilige, vlakke plek. Het risico op struikelen, vallen of zelfs een kantelende kraan is in zo'n situatie aanzienlijk.

Dergelijke incidenten kunnen ernstige gevolgen hebben:

  • Persoonlijk letsel van de machinist of anderen in de directe omgeving.
  • Materiele schade aan de kraan of andere apparatuur.
  • Vertragingen in het werkproces en mogelijke boetes vanwege niet-naleving van veiligheidsvoorschriften.


Risico's > Wat kan er gebeuren?

Risico's zijn:

  1. Kans op kantelen of verschuiven van de kraan bij een ongelijke ondergrond;
  2. Verminderd grip van de kraanbanden op steile hellingen;
  3. Struikelen, uitglijden of vallen bij het verlaten van de cabine;
  4. Instabiele ondergrond door regen of losse materialen;
  5. Verminderde zichtbaarheid door slecht weer.


Maatregelen > Wat moet je doen?

Je kan in ieder geval:

  • Altijd naar een veilige locatie rijden voordat je uitstapt;
    • Een vlakke, stabiele ondergrond minimaliseert het risico op ongevallen;
  • Voer een Taakrisicoanalyse uit bij afwijkende werksituaties;
    • Bijvoorbeeld als uitstappen op een helling onvermijdelijk is;
  • Communiceer risico's tijdig;
    • Geef gevaarlijke situaties direct door aan de uitvoerder.
Discussie > Bespreek het met je collega's!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Wat doe je als je niet direct naar een veilige plek kunt rijden?
  2. Bespreek voorbeelden van veilige en onveilige situaties.